‘De knokploeg van Pernix’ met van links naar rechts: Ton Tieleman (86), Jan Reedijk (81), Johan Schoonderwoerd (70), Kees de Rooij (84) en Erik Heijnis (78).
Dit keer zetten we niet één vrijwilliger, maar een ploeg vrijwilligers in het zonnetje. Want achter deze mooie foto zitten bijzondere verhalen verscholen! Vakkundig aangestuurd door de voorvrouwen Alice Tieleman en Agnes de Rooij, vormen deze kwieke mannen ‘de knokploeg van Pernix’. Ook Renée Schuite springt al jaren bij bij het rondbrengen van post. Elk jaar trekken zij er op uit om op vrijwilligersdag op 7 december bij alle vrijwilligers van Pernix een kaart met attentie door de bus te doen. Alice en Agnes zorgen voor de planning, de aansturing en de logistiek, waarna de mannen door weer en wind op de fiets stappen. Ieder van hen heeft een rijk Pernix verleden. Dat verdient dit keer een wat langer stukje en geeft tussen de regels door een mooi historisch beeld van Pernix. Waarschuwing vooraf: dit stuk bevat ook een ondeugende anekdote van een gepensioneerde leraar geschiedenis van het Visser ‘t Hooft Lyceum….
Hoe ben je bij Pernix terechtgekomen?
Ton: Een vriendje in de klas op de basisschool zat op Pernix. Ik ging zaterdagmiddag al kijken bij de wedstrijden van het eerste. Pernix speelde toen in de buurt waar ik woonde op het veld aan de Burggravenlaan. En dan word je vanzelf lid!
Jan: Na ons trouwen in 1967 kwamen we in Leiden wonen, vlak bij het Pernixveld in de Leidse Hout en omdat ik Ton Tieleman al kende van mijn studie was dat voor Ada en mij een eenvoudige, maar ook prettige entree.
Johan: In 1965 op 11 jarige leeftijd kwam ik bij Pernix in de aspiranten F. Er waren toen nog geen welpen en pupillen. In 1973 speelde ik in Pernix 2 en daarna ben ik op kamers gaan wonen en heb ik bij HKC, Argento en Samos gekorfbald. In 1983 kwam ik weer terug bij Pernix!
Kees: Ik ben lid sinds 1952 via mijn oudere broer en zus die al bij Pernix speelden.
Erik: Onze Daan had iets met een bal en wilde gaan basketballen. Maar wij vonden hem nog wat klein van stuk. Ik zag de Pernixers Ton Tieleman en Chris Siemons wel eens korfballen in de tuin van het Visser ‘t Hooft Lyceum (waar ik les gaf) als zij even pauzeerden tijdens het maken van de roosters. Zij verwezen ons door naar Wil Kwestro. Daan kwam in 1992 als vijfjarige bij de club en werd enthousiast door de goede jeugdopvang bij Pernix. Renée en ik hadden vroeger gehockeyd, dus korfballen was voor ons nieuw. Later kwamen dochter Lieke en zoon Jan er ook bij.
Welke vrijwilligerstaken heb je gedaan of doe je nog steeds vóórdat je de vrijwilligerskaarten ging rondbrengen?
Ton: Ik was multi-inzetbaar! Mijn eerste functie als zestienjarige was tweede commissaris van materiaal: ballen invetten, oppompen en ballenveters rijgen (ja echt!). Ik heb alle bestuursfuncties behalve die van penningmeester vervuld in de periode 1954 – 1978. Daarna deed ik bestuursfuncties in de CKB, LKR , KNKV en IKF. In 1995 kwam Wout Pera op het veld naar me toe en gaf me de keus: voorzitter van de jubileumcommissie van Pernix (75-jarig bestaan) of voorzitter van de Leidse Korfbal Federatie (LKF). Hij had het liefst dat ik de laatste functie op me nam. Dus ben ik voorzitter van de LKF geworden. Bij Pernix heb ik na de verhuizing naar het huidige veld (in 2003) tot 2023 de functie van tenniscoördinator vervuld. Op dit moment zit ik bij Pernix nog in de Reglementscommissie.
Jan: De meeste taken had ik in de jaren 1967 tot 1982 denk ik; daarna werd het te druk met mijn werk. De eerste taak van enige omvang die ik had was clubsecretaris in de jaren rondom het 50-jarig jubileum. Maar Ada en ik hadden ook de stencilmachine in de kelder van onze flat voor het maandelijks afdraaien van de Pernix-omroep en verdelen over bezorgers; later kregen we de ballen van Pernix aan huis in de schuur. Die ballen werden elke trainingsavond opgehaald. Trainingen geven en een trainerscursus volgen hoorden er ook bij. Het ophalen en terugbrengen van de pupillen in Leiden en omstreken, tot aan Valkenburg toe, voor de training mag ook wel genoemd worden als vrijwilligerswerk. Nu heb ik alleen nog de reglementscommissie.
Johan: jeugdtrainer, scheidsrechter, lid kantinecommissie, voorzitter van Pernix tussen 1996 – 2002, redactielid van de Pernix Omroep, lid van de kascommissie, schotklokfunctionaris en lid van de jubileumcommissie.
Kees: In de jaren ’60 was ik wedstrijdsecretaris in het bestuur. Begin jaren 2000 zat ik in de materiaalcommissie. Vanaf 2001 tot heden ben ik bezorger van contributiefacturen in de Merenwijk.
Erik: In 1998 vroeg Peter van der Ven mij om mee te draaien achter de bar. Dat heb ik tot 2019 gedaan en vanaf 2001 ben ik voorzitter geworden van de clubhuiscommissie. En daarmee was ik dus ook bestuurslid. Renée heeft bardiensten, kledingcommissie en het wedstrijdsecretariaat voor de C gedaan en daarnaast jarenlang de financiële administratie van de vereniging verzorgd.
Wat maakt het voor jou leuk om je in te zetten voor Pernix?
Ton: Pernix brengt mensen bij elkaar en zorgt voor verbinding. Zeker in deze maatschappij is dat heel noodzakelijk! Persoonlijk heb je plezier, leg je contacten en maak je vrienden.
Jan: Voor mij is dat dus vooral in de verleden tijd. Sommige zaken kwamen op je pad, en dat deed je dus gewoon als lid van de Pernix-familie. Een sportclub kan eenvoudig niet opereren zonder vrijwilligers, en dat besefte iedereen; toen al en zeker ook nu nog. Van zo’n lidmaatschap en vrijwilligerswerk kreeg en krijg je ook heel veel terug, zoals vrienden voor het leven, leuke reacties van teamgenoten en van ouders van kinderen.
Johan: Pernix hoort bij mijn leven. Je leert veel mensen kennen en er ontstaan natuurlijk allerlei vriendschappen.
Kees: Ik voel me een Pernixman in hart en nieren en dus zet ik me graag in.
Erik: Je inzetten voor de vereniging zorgt er voor dat je samen met je kinderen optrekt in de sportvereniging. Je ziet hen als ouders bezig en zij zien dat jij hun sportieve activiteiten belangrijk vindt en waardeert. Je laat ze merken dat jij je ook wilt inspannen voor de vereniging die voor hen belangrijk is. Daarnaast is het fijn om te merken dat jouw job als
vrijwilliger meehelpt de vereniging te laten draaien en bloeien. Tenslotte zie je niet alleen de sociale contacten van je kinderen, maar maak je zelf ook nieuwe vrienden als je ‘van buiten de club’ komt.
Wat is het allerleukste dat je tot nu toe meegemaakt hebt bij Pernix?
Ton: Ik heb heel veel mooie dingen meegemaakt (kampioenschappen, landskampioen, bondsdagkampioen etc.), maar het allermooiste is natuurlijk dat ik Alice heb ontmoet en een levenslang contract heb gekregen!
Jan: Dat is moeilijk aan te geven, terugkijkend over alle jaren vanaf 1967. Maar het feit dat op een gegeven moment onze drie zonen tegelijk ook speelden bij Pernix is er wel één van. De eerste KVZ-prijs (1971) kwam als een wel heel onverwachte prettige verrassing. Als invaller in Pernix 1 (zaal) mee kampioen worden van de CKB, net voor de fusie met de KNKB, was natuurlijk heel leuk. Bijzonder was een kampioensfeestje van Pernix 1 (veld) eind jaren ‘70, bij ons thuis op een zaterdagavond met 35 man in een niet al te groot rijtjeshuis. Aan de buren moesten we de volgende dag wel wat uitleggen…..
Johan: De opening van het clubhuis in 2002 en het laatste jubileum van Pernix.
Kees: Als je met ‘allerleukste meegemaakt’ bedoelt wat betreft vrijwilligerswerk dan is het voor mij: de inzet bij de Pernixtoernooien en het rijden van Pernixjeugd naar wedstrijden in mijn Volkswagenbus. Indien ‘allerleukste meegemaakt’ in algemene zin bedoeld wordt dan: het spelen van de laatste zaalfinale van de CKB, die gewonnen werd van aartsrivaal DKOD.
Erik: Het leukste wat ik bij Pernix heb ervaren bestaat eigenlijk uit twee zaken. 1: De samenwerking met achtereenvolgende jonge enthousiaste barcommissieleden en in het bijzonder met de inmiddels 92-jarige fantastische opa Sjoerd van der Leek. 2: Het jarenlang supporteren van Pernix 3, later Pernix 5. Een sportief en sfeervol team dat steeds weer een verandering qua samenstelling onderging, maar de sfeer van een vriendenteam (nog steeds) wist te behouden. Zeker dat weekend (we bleven er slapen) in Putten: een wedstrijd bij ‘de Meeuwen’, ‘s avonds disco in het dorp en na afloop werden we opgepakt door een politieagent die de scheidsrechter bij onze wedstrijd bleek te zijn geweest. Opgepakt?! Ja, omdat iemand van ons (Irene) de vlag bij het filiaal van het Kruidvat uit de gevelstandaard had gehaald, werd Lieke in de kraag gevat. Om een lang verhaal kort te houden: proces-verbaal, bezwaar aangetekend (door Anton), rechtszaak uitgesteld en tenslotte geseponeerd.
Wil je nog iets kwijt over vrijwilligers bij Pernix?
Ton: Altijd doen! Je hebt de mooiste ontmoetingen en er ontstaan de beste vriendschappen. Je hebt er later spijt van als je het niet hebt gedaan!
Jan: ‘Sedert Pernix heeft bestaan…..’ Wie kent het clublied-begin niet?! Vrijwilligers zijn onmisbaar, vrijwilligers blijven onmisbaar. En in een goede (vrienden)club komen ze altijd wel naar voren.
Johan: Vrijwilligers heb je keihard nodig om een gezonde en sprankelende vereniging te zijn.
Kees: Petje af voor de ongekend grote groep enthousiaste vrijwilligers van onze mooie ruim 100-jarige club.
Erik: Kortom, (ouder-)vrijwilliger zijn bij Pernix heeft mij zoveel gegeven, dat het een belangrijke rol is gaan spelen in zowel de sociale contacten en vriendschappen als in de relatie met onze kinderen. Ik zou zeggen: “Doe mee en geniet er van.”
Wil jij je ook inzetten voor Pernix? Kijk eens bij de vacatures op de site of stuur een mail naar vrijwillig@pernix.nl met je idee!